Wat te zien?

Circles, Squares, Signs en Shapes zijn grafische tweedimensionale afbeeldingen. Hierin zijn alleen lengte en breedte aanwezig. De derde dimensie (diepte) ontbreekt.

In een afbeelding is het mogelijk om vormen ten opzichte van elkaar zodanig te plaatsen dat diepte - de derde dimensie - wordt gesuggereerd. De schilderkunst biedt een oneindig arsenaal aan mogelijkheden hiervoor. Toch blijven er in de grafische afbeelding maar twee dimensies over.

De wetenschap dat er in een afbeelding maar twee dimensies zijn terwijl de waarneming overtuigend een driedimensionaal beeld toont, lijkt verwarrend. Toch zal niemand eraan twijfelen dat de afbeelding plat is. Dat is een zekerheid. Echter, als we die zekerheid loslaten komt de vraag wat we eigenlijk zien.



In het brein ontstaat de waarneming door de inwerking van licht op het netvlies. De Fransman Fresnel ontwikkelde halverwege de 19e eeuw de 'golventheorie' in licht. Hierdoor was het mogelijk om in een lichtbundel aanwezige kleuren, door ze te koppelen aan golflengtes, op een puur wiskundige manier te behandelen. Albert Einstein stelde in 1905 in een artikel over foto-elektrische effecten dat licht bestaat uit fotonen, kleine massaloze deeltjes. Hieruit ontstond de veronderstelling dat niet alleen licht maar alle materie golfachtig gedrag vertoont. Deze visie werd bekend als 'de dualiteit van golf en deeltje'. Dit is een beginsel van de kwantummechanica dat zegt dat alle deeltjes zich onder bepaalde omstandigheden als golven gedragen en alle golven zich onder bepaalde omstandigheden als een stroom deeltjes gedragen.

Volgens de klassieke fysica zijn microscopisch kleine deeltjes zoals elektronen massieve bolletjes materie. Dat is de realiteit die we zien. Eigenlijk 'denken' te zien. Volgens de kwantumfysica is dat anders. Deze theorie gaat ervan uit dat de verzameling deeltjes die we zien, zich niet op één plek bevinden, maar in een breed scala van waarschijnlijkheden.

De kwantumfysica stelt dat de werkelijkheid bestaat als golven en de dualiteit van golfdeeltjes ontstaat omdat we (denken) ze te zien. Omdat we de ware golfkarakteristiek van de werkelijkheid niet kunnen waarnemen, geven onze ogen hier een aangepast beeld van.

Volgens een interpretatie van de kwantummechanica zorgt het observeren van een object ervoor dat het zijn kwantum-aard verliest en zich samenvoegt in de klassieke vorm die we gewend zijn. Een waarnemer neemt niet alleen de werkelijkheid waar, hij maakt die werkelijkheid. Als ze aan zichzelf zouden worden overgelaten, zouden de dingen als golven blijven totdat iemand ze observeert.

De natuurkundige Erwin Schrödinger (1887 – 1961) had een brede belangstelling voor de mogelijkheden van de zich ontwikkelende technologie. Hij ontwikkelde in 1935 een gedachte-experiment uit de kwantummechanica.

Schrödingers kat.

Een kat wordt in een stalen ruimte opgesloten, samen met een machine waarin een voor de kat dodelijke hoeveelheid blauwzuur en een minuscuul beetje van een radioactief element is aangebracht. Gedurende een uur is het mogelijk dat een van de atomen van het radioactieve element vervalt, maar dat hoeft niet zo te zijn. Vervalt een atoom, dan detecteert een geigerteller dat en laat het blauwzuurgas ontsnappen. Als men dit systeem een uur lang aan zichzelf heeft overgelaten, is niet met zekerheid te zegen of de kat leeft of dood is. Zolang de ruimte dicht blijft kan de kat zowel levend als dood zijn.

Volgens het denken in de kwantummechanica neemt een waarnemer niet alleen de werkelijkheid waar, hij maakt die werkelijkheid. Als de werkelijkheid aan zichzelf zou worden overgelaten, zou deze als golven blijven tot iemand ze observeert.

Een intrigerende gedachte: een beschouwer maakt in werkelijkheid het kunstwerk.

 

Gerry Larson
Thanks to Gary Larson